Quantcast
Channel: Boek9.nl
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20150625, GEU, Copernicus-Trademarks v BHIM

$
0
0

Gemeenschapsmerk – Beroep ingesteld door de houder van het gemeenschapswoordmerk „LUCEO” voor waren van de klassen 10, 12 en 28, en strekkende tot vernietiging van beslissing R 67/2011‑4 van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 13 februari 2012 houdende vernietiging van de weigering van de oppositieafdeling om het woordmerk „LUCEA LED” in te schrijven voor waren van klasse 10 in het kader van de door verzoekster ingestelde oppositie.

Het beroep wordt verworpen. De kamer van beroep heeft artikel 76 lid 2 van verordening 207/2009 niet geschonden ambtshalve te onderzoeken of Capella (waarvoor Copernicus-Trademarks nu optreedt) het vereiste document ter ondersteuning van haar beroep op voorrang had overgelegd. Daarnaast mocht de kamer van beroep oordelen dat Capella de vereiste documenten inzake voorrang niet heeft overgelegd.

40. Dit betekent in casu dat, zelfs indien interveniënte het beroep op voorrang voor het oppositiemerk niet zou hebben betwist, artikel 76 van verordening nr. 207/2009 niet eraan in de weg stond dat de kamer van beroep de gegrondheid van dat beroep op voorrang ambtshalve onderzoekt.

108. Zelfs indien de kamer van beroep in casu Capella in kennis had gesteld van haar twijfel omtrent het beroep op voorrang en Capella het vereiste document inzake voorrang had overgelegd in de loop van de oppositieprocedure, had dit niet kunnen leiden tot een wijziging van het dispositief van de beslissing die de kamer van beroep had moeten vaststellen. Aangezien Capella dit document niet binnen de gestelde termijn had overgelegd, hoewel haar procedurele rechten ten volle waren geëerbiedigd, had de kamer van beroep in elk geval het verval van het recht op voorrang overeenkomstig regel 9, lid 6, van verordening nr. 2868/95 moeten vaststellen.

Lees het arrest hier.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229