Sinds 25 juni is de “Invoeringsrijkswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht en uitbreiding prejudiciële vragen” aanhangig. Deze invoeringswet brengt ook enkele wijzigingen van de Rijksoctrooiwet met zich mee. Deze zijn als volgt:
"ARTIKEL III
De Rijksoctrooiwet 1995 wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 23a, zesde lid, 23w, eerste lid, 23x, derde lid, en 23y, vijfde lid, wordt «het Gerechtshof te ’s-Gravenhage» telkens vervangen door: het gerechtshof Den Haag.
B
In artikel 23s, derde lid, vervalt: of procureur.
C
Artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en vijfde lid wordt «dagvaarding» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In het tweede lid wordt «bij dagvaarding» vervangen door: bij de procesinleiding.
3. In het derde lid wordt «de dagvaarding» vervangen door: het oproepingsbericht.
D
Artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «bij dagvaarding dan wel bij conclusie van eis in reconventie» vervangen door «bij de procesinleiding dan wel bij de tegenvordering in zijn verweerschrift» en wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
2. In het vijfde, zesde, zevende, achtste en twaalfde lid wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
E
In artikel 75, vierde en achtste lid, wordt «dagvaarding» telkens vervangen door: procesinleiding.
F
In artikel 76, eerste lid, wordt «bij dagvaarding dan wel bij conclusie van eis in reconventie» vervangen door: bij de procesinleiding dan wel bij de tegenvordering in zijn verweerschrift.
G
In artikel 78, tweede, derde, vijfde en zesde lid, wordt «dagvaarding» telkens vervangen door: procesinleiding.
H
In de artikelen 79, vijfde lid, 80, eerste en tweede lid, en 81 wordt «rechtbank te ’s-Gravenhage» telkens vervangen door: rechtbank Den Haag.
I
In artikel 82 wordt «ter terechtzitting» vervangen door «ter zitting» en wordt «procureur» vervangen door: advocaat. "
Klik hier voor meer informatie.