Communautair kwekersrecht – Beroep tot vernietiging van beslissing A 004/2007 van de kamer van beroep van het Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP) van 20 september 2013, waarbij is nietig verklaard de beslissing om verzoekster een communautair kwekersrecht te verlenen voor het appelras „Gala Schnitzer” en om het door Brookfield New Zealand Limited gemaakte bezwaar af te wijzen
Het beroep wordt verworpen. De Kamer van beroep van het CBP heeft geoordeeld dat de beslissing van de President van het CBP om de door Schniga aangevoerde additionele karaktereigenschappen van het aangevraagde appelras "Gala Schnitzer" (zie afbeelding) toe te staan onjuist was. Vervolgens werd geoordeeld dat het aangevraagde ras niet onderscheidend was ten aanzien van het referentieras en werd de aanvraag voor een kwekersrecht afgewezen.
Het GEU gaat niet mee met Schniga's stelling dat de UPOV richtlijnen bindend zijn voor de EU, aangezien sprake is van aanbevelingen die juridisch niet bindend zijn. Het GEU oordeelt vervolgens dat de Kamer van Beroep terecht heeft geoordeeld dat de President de additionele karaktereigenschappen niet mocht toestaan in het technische onderzoek, aangezien dit 12 maanden na het definitieve onderzoeksrapport geschiedde. Zelfs als de President zelfstandig additionele karaktereigenschappen ambtshalve mag indienen, moet dit geschieden volgens de procedurele regels van het CBP.
92. In the light of the foregoing considerations, the Board of Appeal did not err in finding, at paragraph 26 of the contested decisions, that the decision of the President of the CPVO of 14 December 2006 to permit retrospectively the use of the additional characteristic at issue in the technical examination was fundamentally flawed, coming as it did some 12 months after the final examination report.
Lees het arrest hier.