Quantcast
Channel: Boek9.nl
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20130718, HvJEU, Sky Italia v AGCOM

$
0
0

Artikel 4(1) van richtlijn audiovisuele mediadiensten, alsook het beginsel van gelijke behandeling en artikel 56 VWEU staan in beginsel niet in de weg aan nationale regeling, die voor betaalzenders kortere maximumzendtijden voor televisiereclame vastlegt dan voor vrij toegankelijke zenders, mits evenredigheidsbeginsel wordt geëerbiedigd hetgeen ter beoordeling is van verwijzende rechterlijke instantie.

MEDIARECHT

Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 4(1) van richtlijn audiovisuele mediadiensten, het algemene beginsel van gelijke behandeling, de artikelen 49 VWEU, 56 VWEU en 63 VWEU, alsook artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Sky Italia en de Autorità per le Garanzie nelle Comunicazioni (autoriteit die toezicht houdt op de media, “AGCOM”) betreffende een besluit waarbij deze laatste Sky Italia een boete heeft opgelegd wegens overtreding van de nationale voorschriften betreffende de uitzending van televisiereclame. De verwijzende rechtelijke instantie wenst te vernemen of genoemde artikelen en vrijheden aldus moeten worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale regeling, die voor betaalzenders kortere maximumzendtijden voor televisiereclame vastlegt dan voor vrij toegankelijke zenders. Het Hof (Tweede kamer) verklaart voor recht:

Artikel 4, lid 1, van richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten), alsook het beginsel van gelijke behandeling en artikel 56 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij in beginsel niet in de weg staan aan een nationale regeling zoals die aan de orde in het hoofdgeding, die voor betaalzenders kortere maximumzendtijden voor televisiereclame vastlegt dan voor vrij toegankelijke zenders, mits – hetgeen ter beoordeling is van de verwijzende rechterlijke instantie – het evenredigheidsbeginsel wordt geëerbiedigd.

Enkele overwegingen:
18 Met betrekking tot de beginselen en de doelstellingen van de regels inzake de zendtijden voor televisiereclame die de richtlijnen op het gebied van de audiovisuele mediadiensten opleggen, heeft het Hof verklaard dat die regels gericht zijn op het tot stand brengen van een evenwichtige bescherming van de financiële belangen...


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229