Rb niet bevoegd t.a.v. reconventionele vorderingen inzake opheffing beslag: verwijzingsvonnis (IEPT20140723) bevat geen verwijzing in reconventie.
PROCESRECHT
Eindvonnis. Vervolg op IEPT20150923, waarin is geoordeeld dat het teken “Hollandaisas” trekt ongerechtvaardigd voordeel uit het onderscheidend vermogen van het Gemeenschapswoordmerk “HAVAIANAS”. Ook kregen partijen de gelegenheid zich uit te laten over de vraag of de rechtbank bevoegd is ten aanzien van de reconventionele vorderingen inzake opheffing van het beslag, aangezien in het verwijzingsvonnis van de rechtbank Midden-Nederland (IEPT20140723) alleen de conventionele vorderingen expliciet zijn verwezen.
De rechtbank oordeelt dat anders dan Brands & Concepts betoogt, niet kan worden geoordeeld dat de in het dictum van het verwijzingsvonnis onder “in conventie” opgenomen verwijzing, de verwijzing in reconventie omvat. In het dictum wordt ook duidelijk onderscheid gemaakt tussen de zaken in conventie en in reconventie. Niet is vermeld dat de zaak in reconventie (ten dele) naar de rechtbank Den Haag wordt verwezen. Ook als het niet-verwijzen van de zaak in reconventie als kennelijke fout moet worden beschouwd, betekent dat niet dat zonder meer plaats is voor verbeterde lezing van het dictum. De rechtbank zou daarmee een voor de omvang van het geding van belang zijnde en, gegeven het standpunt van Alpargatas, tussen partijen niet onbestreden uitleg aan het dictum van een vonnis van een andere rechtbank geven. Dit staat op gespannen voet met de in artikel 31 Rv neergelegde herstelprocedure, volgens welke het aan de rechter is die het vonnis heeft gewezen om zijn vonnis te verbeteren.
IEPT20151202, Rb Den Haag, Alpargatas Brands & Concepts
(ECLI-versie)