Octrooi van Amylin voor “toepassing van exendinen en agonisten daarvan voor de vermindering van voedselinname” is geldig: gebruiksconclusies en productconclusies (conform tweede hulpverzoek) zijn nawerkbaar, nieuw en inventief.
OCTROOIRECHT
Amylin Pharmaceuticals Inc. is tot 28 januari 2013 houdster geweest van een Europees octrooi voor “toepassing van exendinen en agonisten daarvan voor de vermindering van voedselinname”. Sanofi vordert de vernietiging van het Nederlandse deel van het octrooi en stelt daartoe dat de geclaimde materie niet nieuw, niet inventief en niet nawerkbaar is, en tevens toegevoegde materie bevat.
De gebruiksconclusies (conclusies 1-19) zijn volgens de rechtbank geldig. De conclusies zijn nawerkbaar: uit het enkele feit dat één verbinding niet werkt volgt nog niet dat de gebruiksconclusies niet nawerkbaar zijn, de mogelijkheid bestaat immers dat de gemiddelde vakman een substantieel aantal andere geclaimde verbindingen tot zijn beschikking heeft die het geclaimde effect wel vertonen. Tevens zijn de genoemde conclusies nieuw, nu zij zien op een nadere medische indicatie ten opzichte van het ingeroepen Amerikaans octrooi. Voorts zijn de conclusies inventief: de gemiddelde vakman zou, uitgaande van de stand van de techniek, voor de oplossing van het probleem (het verschaffen van een therapie voor de vermindering van voedselinname waarbij het geneesmiddel niet centraal hoeft te worden ingediend) niet zijn uitgekomen op perifere toediening van exendines of exendine agonisten.
Hoewel de in de productconclusies (conclusies 20-26) geclaimde materie op voor de hand liggende wijze uit de stand van de techniek voortvloeit en derhalve niet inventief is, kunnen zij wel in stand worden gehouden conform het tweede hulpverzoek van Amylin. Het tweede hulpverzoek introduceert de in de gebruiksconclusies genoemde medische indicatie en is dus inventief. Verder zijn de productconclusies nawerkbaar en is er geen sprake van toegevoegde materie. De productconclusies moeten wel worden vernietigd worden voor zover die meer inhouden dan het tweede hulpverzoek.
De in conclusie 27 geclaimde materie vormt een combinatie van de materie van de gebruiksconclusies en de productconclusies. Partijen hebben zich nog niet uitgelaten over de gevolgen die de gedeeltelijke vernietiging van deze laatste conclusies moet hebben voor conclusie 27 en over de verhouding tussen het tweede hulpverzoek en conclusie 27. Amylin wordt in de gelegenheid gesteld zich hierover...
↧
IEPT20131113, Rb Den Haag, Sanofi v Amylin
↧