Conclusies 1 t/m 27 van Europees octrooi voor ‘Nieuwe werkwijze voor de bereiding van geprecipiteerd siliciumoxide, nieuwe geprecipiteerde siliciumoxiden alsmede het gebruik ervan bij het versterken van elastomeren’ nietig. Werkwijzeconclusies niet over hele breedte nawerkbaar (artikel 83 EOV) en derhalve nietig. Productconclusies niet nieuw c.q. inventief.
OCTROOIRECHT
Rhodia was houdster van een Europees octrooi voor een “nieuwe werkwijze voor de bereiding van geprecipiteerd siliciumoxide, nieuwe geprecipiteerde siliciumoxiden alsmede het gebruik ervan bij het versterken van elastomeren”. Dit octrooi is geëxpireerd op 16 juni 2012. Bij vonnis van 25 april 2012 (IEPT20120425) heeft de voorzieningenrechter van rechtbank Den Haag in een kort geding tussen dezelfde partijen de inbreukvorderingen van Rhodia afgewezen, omdat er naar zijn oordeel geen sprake was van een voldoende spoedeisend belang bij de gevorderde voorzieningen. PPG vordert in deze bodemprocedure vernietiging van het Nederlandse deel van het octrooi, vanwege niet-nawerkbaarheid van de uitvinding, niet-nieuwheid en gebrek aan uitvinderswerkzaamheid.
De rechtbank is van oordeel dat de in conclusie 1 van het octrooi geclaimde werkwijze niet over de hele breedte nawerkbaar (artikel 83 EOV) en daarmee nietig is; dit geldt ook voor de afhankelijke conclusies 2 t/m 12. De in conclusie 1 gewenste eigenschappen van de te verkrijgen silica zijn afhankelijk van vele parameters in het bereidingsproces, waarbij kleine veranderingen daarin kunnen leiden tot grote wijzigingen in de producteigenschappen. Dat maakt dat hoge eisen kunnen worden gesteld aan de beschrijving van een dergelijke werkwijze. De bereiken van de in conclusie 1 beschreven parameters zijn, net als die genoemd in de beschrijving en de uitvoeringsvoorbeelden, echter nogal breed, zodat het ronduit twijfelachtig is of bij al die concentraties/parameters wel silica met de gewenste CTAB en BET waarden wordt verkregen. Uit experimenten van PPG blijkt inderdaad dat de door PPG gekozen parameters voldoen aan het in conclusie 1 geclaimde bereik, terwijl niettemin geen silica werd verkregen met de geclaimde eigenschappen.
Voorts oordeelt de rechtbank dat de afwijkingen in de experimentele nawerking door PPF dusdanig minimaal zijn dat die nawerking gelijk gesteld kan worden aan het in de meest nabije stand van de techniek geopenbaarde voorbeeld (Thornhill). Nu de nawerking van dit voorbeeld een silicaproduct oplevert waarvan de BET-, CTAB...