Herstel van aanduiding van procespartij nadat procedure in volgende instantie aanhangig is gemaakt is mogelijk, tenzij wederpartij daardoor onredelijk in haar belangen wordt geschaad. Prejudiciële vragen aan Benelux-Gerechtshof over overgangsrecht met betrekking tot vervallen van artikel 21(3) (oud) BTMW: herleeft auteursrechtelijke bescherming na vervallen van de bepaling en zo ja, op welk moment?
AUTEURSRECHT - PROCESRECHT
Vervolg op IEPT20111227 (hof tussenarrest). Zie ook IEPT20091030 (HR in kort geding). Montis heeft in deze bodemprocedure een verklaring voor recht gevorderd dat verweerster met haar stoel “Beat” inbreuk maakt op de auteursrechten van Montis op de stoel “Charly”. Het hof heeft in zijn tussenarrest beslist dat indien komt vast te staan dat Duitsland het land van oorsprong van de Charly is, Montis in Nederland auteursrechtelijke bescherming van die stoel heeft genoten tot 1 januari 2008 op grond van artikel 7(4) BC. Het ontbreken van een instandhoudingsverklaring als bedoeld in artikel 21(3) (oud) BTMW kan niet afdoen aan de hierin neergelegde minimumbeschermingstermijn. Het hof heeft Montis vervolgens toegelaten tot het leveren van bewijs dat de Charly voor het eerst is gepubliceerd op de meubelbeurs van Keulen. Indien komt vast te staan dat Duitsland het land van oorsprong is, heeft verweerster met de Beat volgens het hof inbreuk gemaakt op het auteursrecht van Montis in het tijdvak tussen april 2007 en 1 januari 2008.
Het verzoek van Montis om wijziging van de aanduiding van de eisende partij in de gedingstukken toe te staan, omdat Montis Design B.V. als gevolg van een fusie is opgegaan in Montis Holding B.V. en heeft opgehouden zelfstandig te bestaan, wordt toegewezen. De Hoge Raad stelt nieuwe regels vast voor de beoordeling van een dergelijke situatie en oordeelt dat herstel mogelijk is, tenzij de wederpartij daardoor onredelijk in haar belangen wordt geschaad (r.o. 5.5.3).
De onderdelen klagen voorts terecht dat de devolutieve werking van het hoger beroep meebrengt dat het hof had moeten ingaan op de stelling van Montis dat het vervallen met ingang van 1 december 2003 van het vereiste van een instandhoudingsverklaring van artikel 21(3) (oud) BTMW, tot gevolg heeft dat het auteursrecht van Montis – dat bij gebreke van een instandhoudingsverklaring in 1993 is vervallen – is herleefd, althans dat het ontbreken van een instandhoudingsverklaring zonder rechtsgevolg blijft. Dit betoog van Montis werpt een vraag op van...