Onvoldoende onderbouwd dat bewijslast normaal gebruik op merkhouder rust sinds Centrotherm arrest (IEPT20130926). Geen omkering bewijslast. Woordmerk “CUMHURIYET” normaal gebruikt: uit facturen blijkt dat merk op substantiële hoeveelheid worsten is gebruikt en dat substantiële omzet is gemaakt. Onvoldoende onderbouwd dat gedaagde geen toestemming aan KOÇ zou hebben gegeven voor gebruik merk.
MERKENRECHT
Afyon is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met de productie van sucuk (Turkse droge knoflookworst) en de verhandeling daarvan, via winkels in Turkije, onder het merk CUMHURIYET SUCUKLARI. Gedaagde is houdster van het Beneluxwoordmerk “CUMHURIYET”. Afyon vordert dat de rechtbank het merk vervallen verklaart, omdat het gedurende ten minste vijf jaar niet normaal gebruikt zou zijn. De vordering wordt afgewezen.
Volgens Afyon rust sinds het Centrotherm arrest (IEPT20130926) de bewijslast van het normaal gebruik op de merkhouder. De rechtbank gaat hier niet in mee. In de eerste plaats bevat de Merkenrichtlijn (Mrl) slechts de gronden voor vervallenverklaring en niet de regels omtrent de vervallenverklaringsprocedure, waar het arrest van het Hof betrekking op heeft. Het Centrotherm-arrest is op dit punt dus niet bepalend voor de uitleg van de MRl, en kan daarmee ook niet bepalend zijn voor de uitleg van artikel 2.26 BVIE. Daarbij komt dat de vervallenverklaringsprocedure voor het BHIM een andere procedure is dan een civiele procedure als de onderhavige, zodat de regels omtrent stelplicht en bewijslast van de BHIM-procedure niet zonder meer kunnen worden toegepast in deze procedure.
De rechtbank gaat niet mee in de stelling van Afyon dat de bewijslast moet worden omgekeerd. De methodiek en conclusie van het door Afyon overgelegde onderzoek inzake het normaal gebruik is door gedaagde gemotiveerd betwist. Aangezien op grond van het rapport het niet-gebruik de rechtbank ook niet waarschijnlijk voorkomt, zeker niet in het licht van hetgeen gedaagde heeft aangevoerd ter onderbouwing van het gebruik, is er geen aanleiding de merkhouder te belasten met het bewijs van normaal gebruik.
De rechtbank oordeelt voorts dat het merk normaal is gebruikt, aangezien uit facturen van KOÇ , waarop de aanduiding “Cumhuriyet” is gebruikt, blijkt dat het merk op een substantiële hoeveelheid worsten is gebruikt en dat substantiële omzet is gemaakt. Dat gedaagde geen (expliciete) toestemming aan KOÇ zou hebben gegeven is onvoldoende...