Concurrentiebeding behoudt werking na einde aandeelhoudersovereenkomst door artikel 20 van deze overeenkomst. Concurrentiebeding staat op grond van wetsgeschiedenis in zodanig nauw verband met aan schuldeiser toebehorend goed dat deze overgaat naar nieuwe koper. Schending concurrentiebeding en onrechtmatig handelen doordat dit niet is betwist.
ONRECHTMATIGE CONCURRENTIE
Samenvatting van rechtspraak.nl: “Provisioneel incident na verkoop door curator van onderneming aan derde/mede-aandeelhouder van failliet, waarna andere aandeelhouders van failliet in strijd met non-concurrentiebeding op dezelfde markt soortgelijk produkt aanbieden; kan koper non-concurrentiebeding tegen andere aandeelhouders inroepen? Betekenis parlementaire geschiedenis van artikel 6:251 BW bij beantwoording van deze rechtsvraag”
De rechtbank is van oordeel dat het concurrentiebeding zijn werking behoudt na het einde van deze aandeelhoudersovereenkomst. Dit op grond van artikel 20 van deze overeenkomst. Het concurrentiebeding staat volgens de rechtbank op grond van wetsgeschiedenis in zodanig nauw verband met aan schuldeiser toebehorend goed dat deze overgaat naar nieuwe koper. Volgens de rechtbank is sprake van schending van het concurrentiebeding en onrechtmatig handelen omdat dit niet is betwist door partijen.
IEPT20160203, Rb Noord-Holland, Byelex v Galjoenstaete
(ECLI-versie)
